Over het artikel
Ayaat-oel Koersie
Ayaat-oel Koersie
[ nederlands - dutch -الهولندية ]
revisie: Yassien Abo Abdillah
2013 - 1434
آية الكرسي
«باللغة الهولندية»
مراجعة: ياسين أبو عبد الله
2013 - 1434
Tafsier (Uitleg) Ayaat-oel Koersie
Allah heeft de Koran neergezonden teneinde zijn dienaren te informeren over Zichzelf, zodat zij kennis verkrijgen over Hem en de wegen die leiden tot (aanbidding van ) Hem en de positie van de reizigers tot Hem na hun aankomst (dwz. Het Hiernamaals). Imaam ibnoel Qayyim in zijn boek ‘al-Fawaa’id’: Eén van de grootste Soewar (mv. Van Soerah) van de Koran, die werd geopenbaard aan de profeet Mohammed , is Soerah al-Baqarah. In deze Soerah bevindt zich een aya (versregel) waarin Allah , de Verhevene, over Zichzelf en Zijn Kenmerken spreekt. Deze aya is ayaat-oel Koersie en wordt in hoge mate als betekenisvol beschouwd:
1. De profeet omschreef deze aya als de grootste aya in de Koran.
2. In deze aya de meest Verheven Namen van Allah (ismoellahi al-‘athiem) worden vermeld.
3. Het beschermt tegen de Shayaatien (ev. Shaitaan). Zoals in de bekende authentieke hadieth waarin Aboe Bakr één van de Shaiyaatien ontmoet.
4. Degene die dit na het beëindigen van het verplichte gebed reciteert valt onder de Zorg en Bescherming van Allah tot het begin van het volgende gebed.
At-Tabaraani heeft overgeleverd dat de profeet heeft gezegd: “Degene die ayaat-oel Koersie reciteert na het beëindigen van een verplicht gebed; hij is onder de Zorg van Allah tot het volgende gebed begint.” (zie at-Tabaraani’s verzameling ‘at-Targheeb wat-Tarheeb 2:435’. Al-Haafith al-Moenthiri zei: “At-Tabaraani heeft overgeleverd met een goede keten van vertellers.” Al-Haythami was dezelfde mening toegedaan. (Madjma Az-Zawaa’id, 10:109)
De Profeet heeft gezegd: Voor degene die dit reciteert na ieder verplicht gebed zal de dood het enige ding zijn (barriere) wat hem weerhoudt van het betreden van al-Djennah (het Paradijs). [Deze hadieth Sahih is overgeleverd door at-Tabaraani, Ibn as-Soennie, Ibn Hibbaan en anderen]
Aansluitend volgt een samengevatte verklaring van de betekenis van deze belangrijke aya zoals uiteengezet door Sheich Mohammed ibn Oethaymien. Deze verklaring omvat vele waardevolle aandachtspunten die tot voordeel kunnen strekken. Moge Allah dit waardevol laten zijn voor een ieder die er naar streeft, InshaAllah.
De woorden van Allah in ayaat-oel Koersie en de vertaling van de betekenis hiervan: Allah heeft gezegd “Allahoe laa ilaha ila Hoewa alHayoe al-Qoeyoewm, la ta goedoehoe sinatoen wa la nauwm, lahoe ma fie samawatie wa ma fie’l ard, men dheledie jashfa’oe indahoe ila bi’ithnie, yaelemoe ma bayna aydiehim wa ma galfahoem, wa la yoehietoewna bi shai’in min ilmihi ila bima sha, wa sia koersiyoehoe asamawatie wal ard, wa la ya’oedoehoe hifdhoiehoem wa hoewa al-Alioe al-Athiem.”
Betekenis:“Allah! Er is geen god dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande. Sluimer noch slaap overmant Hem. Al wat in de hemelen is en op de aarde is, behoort aan Hem. Wie kan bij Hem bemiddelen zonder Zijn verlof? Hij kent hetgeen voor hen is en wat achter hen is en zij kunnen niets van Zijn Kennis omvatten, dan wat Hij wil. Zijn Troon strekt zich uit over de hemelen en de aarde en het waken over beide vermoeit Hem niet. Hij is de Verhevene, de Grote.” (Soerah al-Baqarah: 255)
Inleiding
Alle lof is voor Allah , de Rabb van al-‘Alamien (schepping). En vrede zij met onze profeet Mohammed , zijn familie en al zijn metgezellen.
In navolging:
Deze (verhandeling) is de tafsier van ayaat-oel Koersie die tezamen worden voorgedragen met punten die tot voordeel kunnen strekken die hieruit zijn afgeleid. Dit artikel geeft de tafsier van ayaat-oel Koersie en daarnaast verklaart dit artikel enige punten, voortkomend uit deze tafsier, die tot voordeel kunnen strekken. Deze punten zullen in de loop van de uiteenzetting van de tafsier naar voren worden gebracht. Wij zoeken hulp bij Allah om ons te leiden zodat de kennis welke Hij aan ons heeft geschonken ons van nut zal zijn. Zeker, Hij is Al-Djawaad (Degene Die Goedgeefsheid schenkt en houdt van goedgeefsheid), Al-Kariem (Degene Die Overvloedig en Goedgunstig is en houdt van Goedgunstigheid), Al-Barr en Al-Rahiem (de Meest Genadevolle). Al-Barr betekent; Degene Die het meest Subtiel, Vriendelijk, Beleefd en Milddadig is; Degene Die overvloedig en weldadig geeft. Die veelvuldig de beloning van de rechtschapenen laat toenemen en Die de vele fouten van de kwaadstichters bedekt met genadevolle vergeving. Degene die een goede daad verricht zal door Allah, al-Barr, worden beloond met het tienvoudige hiervan als zijn verdienste. En voor degene die een slechte daad verricht zal Allah voor hem alleen de vergelding van het gelijke daaraan verordenen, en hen zal geen slechtheid worden aangedaan. Als iemand van plan is een goede daad te verrichten en dit deze niet uitvoert, dan zal Allah , al-Barr, één volledige goede daad voor hem in zijn boek bij Hem schrijven. En als hij van plan is een slechte daad te verrichten en dit niet doet, zal Allah een volledige goede daad schrijven in zijn boek bij Hem. Hij houdt van vroomheid ten opzichte van Hem , goedheid, rechtvaardigheid, eerlijkheid, waarheidlievendheid en welwillendheid in zorg en gedrag ten aanzien van ouders en anderen, evenals iedere andere verplichting.
“Allah”: Hij is de ‘alam’ (identificerende naam of titel) van de Majestueuze, Enige en Ware God. Dit (zelfstandig) naamwoord dat de naam is van Allah , verwijst naar niemand anders dan naar Hem . Hij , de meest Majestueuze en Verhevene heeft andere Namen die allen voortvloeien uit Zijn naam; Allah . De betekenis van de Naam Allah is de mal’oem (datgene wat wordt aanbeden uit liefde, verheerlijking en verlangen). [Zie sheich Mohammed ibn Oethaymien’s Sharhoel Aqiedah Al-Waasityyah; Dammaan, KSA: Daar ibnoel Djawzie, 2de ed. 1415/1994], blz. 38, en Sharh Loem’at Al-Itiqaad (Ismaa’ieliyyah, Egypte: ******atoel-Imaan Al-Boechaarie (gecontroleerd door Ashraf Maqsoed) 1412/1992), Blz. 29.
“ar-Rahmaan” betekent Degene Die het meest Barmhartig is. Dit is één van Allah’s specifieke Namen. Deze Naam verwijst naar zeer grote en omvangrijke Barmhartigheid als kenmerk van Allah (zie ibnoel Qayyim’s ‘Badaai Al-Fawaa’id’ (Beiroet, Libanon: Daaroel Khayr 1ste ed. 1414/1994), vol. 1, blz. 23-24, en ibn Oethaymien’s ‘Sharhoel Aqiedah Al-Waasitiyyah).
“ar-Rahiem” betekent Degene Die Genade schenkt. Deze Naam duidt aan dat het Kenmerk is verbonden aan de marhoem (degene die door Allah is gekozen om Zijn Rahma te ontvangen. Aldus is het verschil tussen ar-Rahmaan en ar-Rahiem dat in het geval van eerstgenoemde, ar-Rahma betrekking heeft op een kenmerk van Allah en in laatstgenoemde ar-Rahiem een handeling betreft van Allah , hetgeen betekent dat Hij degene is Die ar-Rahma schenkt aan anderen. Dus, wanneer beide Namen samenkomen (ar-Rahmaan, ar-Rahiem) dan is de betekenis in deze context dat Allahs Genade heel groot en omvangrijk is en dat Zijn Genade Zijn schepping bereikt. Dit is hetgeen wordt bedoeld door diegenen die zeggen dat ar-Rahman de Ene is Wiens Genade alles omvat (algemene Genade), en dat ar-Rahiem Degene is Die Genade heeft voor de gelovigen (speciale Genade). Aangezien Allahs Genade voor de ongelovigen, een speciale Genade alleen in dit leven is, is het alsof zij geen genade hebben met hen omdat wanneer zij in het Hiernamaals aan Allah zullen vragen om gered te worden van het Vuur en zullen toegeven dat zij fout waren, dan zal Allah met hen afrekenen door middel van Zijn Rechtvaardigheid, niet met Zijn Genade, en Hij zal zeggen:
Allah heeft gezegd: Verblijven jullie hierin (Hel) met schande en smaad en spreekt niet tot Mij.” (Soerah al-Moe’minoen: 108)
De naam ar-Rahiem is van toepassing op Allah en kan worden toegepast op anderen. Allah heeft Zijn boodschapper Mohammed als Rahiem omschreven (Soerah at-tawbah:128). Ibn Kathier heeft gezegd: “Sommige Namen van Allah beperken zich tot Hem alleen, zoals de Namen: Allah , al-Chaliq, ar-Raaziq, enz.. Sommige andere Namen echter kunnen op anderen dan Hem worden toegepast.” [Zie Badaai Al-Fawaa’id, blz. 24, Sharhoel Aqiedah Al-Waasityyah, bls. 38-39, Loem’atoel I’tiqaad, blz. 29. Tafsier Ibn Kathier (1:21), Sharh Thalaathat Al-Oesoel met shiech ibn Oetaymiens Madjmoe Fataawaa (Riyaadh, KSA: Daar ath-Thoeraya, 1ste ed. 1414/1993)], vol. 6, blz. 11.
“Bismillah”. In navolging van de wijze waarop Allah Zijn Boek begint en het voorbeeld volgend van de profeet wordt ‘Bismillah’ als openingsaya genomen. De betekenis van ‘Bismillah’ is: “Ik begin (in dit geval ‘ik begin te schrijven’) met het zoeken naar de Hulp en Zegeningen van iedere Naam van de Namen van Allah waarvan zijn buitengewoon grote en veelomvattende Genade Zijn kenmerk zijn.